Het succes van hybride werken

We mogen gelukkig weer meer naar kantoor en er wordt volop gesproken over hybride werken als het nieuwe normaal. Hoeveel dagen gaan we straks naar kantoor? Wat is er nodig om ontmoetingen en overleggen optimaal te faciliteren? Wat betekent de flexibele combinatie van online en offline werken voor gebouwbeheer, ICT, schoonmaak, beveiliging en catering? Het zijn belangrijke vraagstukken waarover veel wordt nagedacht en gediscussieerd.

In alle discussies is echter opvallend weinig aandacht voor het perspectief van de zogenoemde volwassen arbeidsrelatie. Een dergelijke verhouding is gebaseerd op het uitgangspunt dat leidinggevenden en medewerkers samenwerken op basis van gelijkwaardigheid, en opereren vanuit vertrouwen, respect en wederkerigheid. Zo'n grondhouding is in mijn visie veel belangrijker dan de vraag of je straks twee of drie dagen per week naar kantoor gaat.

Mijn stelling is dat een volwassen arbeidsrelatie een voorwaarde is om hybride werken te laten slagen. Het gesprek daarover verloopt langs drie hoofdvragen. Wat zijn de wensen van de klant, nu en straks? Welke werkprocessen zijn daarvoor nodig? Wat zijn daarbij de randvoorwaarden en wederzijdse verwachtingen van medewerkers en leidinggevenden? Met andere woorden: wat is er nodig voor structureel succes, welke inzet wordt daarvoor gevraagd van medewerkers, en wat verwachten medewerkers van hun managers?

Het is logisch dat we ons, nu de maatregelen tegen COVID-19 zijn versoepeld, bezighouden met de praktische ontwikkeling van nieuwe werkomgevingen. Als kantoren steeds meer plekken worden voor ontmoeting, overleg en creativiteit, dan stelt dat andere eisen aan de facilitaire dienstverlening. Facilicom ontwikkelde daarvoor al vernieuwende concepten zoals Facilicom@Home (om thuiswerkers te ondersteunen), Food&I (om elkaar te ontmoeten met personalized food) en de flexibele schoonmaakdiensten van Gom (die steeds inspelen op het daadwerkelijke gebruik van werkplekken). We zien ook dat hybride werken, dat een optimale balans tussen werk en privé ondersteunt, een bijdrage kan leveren aan onze drijfveer om het werkgeluk van onze medewerkers én van de medewerkers van onze klanten te versterken.

De vernieuwende ontwikkelingen in de facilitaire ondersteuning van de werkplek van vandaag en morgen zijn uiterst relevant. Maar het succes van hybride werken staat of valt met een interne dialoog over hoe we het beste uit elkaar halen, uitgaande van de wensen van de klant. Afspraken over het aantal dagen dat we op kantoor zijn, kunnen de uitkomsten zijn van het gesprek. Maar we kunnen het daar niet bij laten. Neem alleen al een vraagstuk zoals de deelname aan overleggen. Ik heb zelf wel meer dan tien wekelijkse overlegstructuren. Als je dan elk overleg face to face wilt voeren, dan zit je voordat je het weet toch weer vijf dagen per week op kantoor. Parttime thuiswerken klinkt misschien helder en simpel. Maar op welke dagen werk je precies thuis? Bij welke meetings is iedereen op locatie aanwezig? Hoe vergaderen we effectief als een aantal teamleden via videobellen deelneemt?

Hybride werken gaat in essentie om de voorwaarden en verwachtingen die ervoor zorgen dat we samen een organisatie succesvol maken. Dat is een grondhouding waarover je in de organisatie continu het gesprek voert - en die dus veel verder gaat dan een discussie over het gemiddelde aantal thuiswerkdagen per week, of de inrichting van ontmoetingsplekken op kantoor.

Naar mijn idee ligt er nu een unieke kans om een nieuw normaal te creëren, vanuit een open en onderzoekende houding om van hybride werken een succes te maken. Ik gun hierbij iedere organisatie het goede gesprek vanuit een volwassen arbeidsrelatie waarin de dialoog gaat over vraagstukken die er echt toe doen: de beste manieren om de gewenste resultaten te behalen. Dan gaat het natuurlijk om facilitaire zaken zoals huisvesting, ICT en catering. Maar vooral ook over afspraken die je met elkaar maakt over de wijze waarop je met elkaar samenwerkt. Als we dat gesprek aangaan, wordt hybride werken écht het nieuwe werken.

 

Albert van der Meulen, Vice CEO Facilicom Group