Gelijk of geluk

Er wordt in Nederland traditiegetrouw over van alles geklaagd. Maar willen we nu werkelijk ons gelijk halen, of liever gelukkig zijn?

Ieder mens heeft wel een tegeltjeswijsheid of lijfspreuk. Een van mijn favorieten is: wil je je gelijk of wil je geluk? In de coronacrisis is de vraag actueler dan ooit. Elke dag wordt er hevig gediscussieerd over de vaccinaties, IC-capaciteit, ontwikkelingen in het buitenland en ga zo maar door.

In praatprogramma's op tv buitelen de specialisten over elkaar heen. In de Tweede Kamer vinden urenlange debatten plaats.

De discussies en klaagzangen zijn ons als Nederlanders misschien een beetje eigen. We klagen graag en uitvoerig, vooral als we menen dat we het gelijk aan onze zijde hebben.

In Elsevier Weekblad verscheen in december een artikel met de veelzeggende titel "Een land om trots op te zijn". Allerlei internationale onderzoeken laten namelijk zien dat het zo slecht nog niet gaat in Nederland. Zo blijkt uit wereldwijd onderzoek van Unicef dat Nederland voor kinderen het beste land is om op te groeien. Verder scoort Nederland in diverse top-tien-lijstjes opmerkelijk hoog en staan we in diverse ranglijsten zelfs op nummer één. We hebben bijvoorbeeld het beste pensioenstelsel van de wereld, de beste balans tussen werk en vrije tijd, en de best ontwikkelde e-commerce.

Als je naar dat soort feiten en cijfers kijkt dan kan je eigenlijk niet anders concluderen dan dat we veel redenen hebben om gelukkig te zijn. En met een gezonde dosis geluk is het toch net iets makkelijker om alle ongemakken en zorgen rond corona het hoofd te bieden. Daarom stel ik de vraag nog maar eens: wil je je gelijk of wil je geluk? Als het gaat om de aanpak van COVID-19, zou dat betekenen: iets minder klagen en discussiëren, en iets meer oog hebben voor wat er goed gaat.

In de facilitaire dienstverlening zien we gelukkig dat er inmiddels steeds meer openlijke waardering is voor onder andere de schoonmaak, beveiliging en catering van onze anderhalvemetersamenleving.

Optimistisch als ik ben, denk ik ook al volop na over het post-coronatijdperk. Welke veranderde gewoonten - van eindeloos online vergaderen tot de handen stuk wassen - gaan we voortzetten?

Het lijkt erop dat we vaker zullen thuiswerken dan voorheen. Voor het facilitaire werkveld betekent dat een enorme verandering in de dienstverlening, die bijvoorbeeld veel meer gaat draaien om de ondersteuning van de thuiswerkplek. Misschien zijn we straks immers nog maar veertig tot zestig procent van de werkweek naar kantoor. Als we slim zijn, stappen we dan niet allemaal weer 's ochtends vroeg in de auto, maar zijn we ook flexibel in de momenten waarop de werkdag start. Hoe ziet de facilitaire ondersteuning van de (thuis)werkplek - van de koffie en de lunch tot aan de schoonmaak en de (IT-)apparatuur - er dan uit?

 Ik zou het in ieder geval mooi vinden als we de aandacht en waardering vasthouden voor de schoonmakers en beveiligers die het afgelopen jaar zo zijn geprezen om hun bijdrage aan de strijd tegen COVID-19. Ieder jaar vindt in juni de Dag van de Schoonmaker plaats. In november zetten sociale partners traditiegetrouw onder de noemer V-Factor beveiligers in het zonnetje die uitblinken in hun vak. Dat soort dagen zijn ideale momenten om weer eens stil te staan bij de verbindende initiatieven en positieve vibes die er nu ook zijn. Met een beetje mazzel zijn we tegen de tijd dat de Dag van de Schoonmaker aanbreekt ook goed op dreef met de groepsimmuniteit tegen corona.

In dat geval hebben we zéker geen reden tot klagen, toch?

Geert van de Laar, CEO Facilicom Group